Artikel 101 lid 1 VWEU staat niet in de weg aan een stelsel van selectieve distributie voor luxeproducten dat primair tot doel heeft, het luxe-imago van die producten in stand te houden, mits de wederverkopers worden gekozen op grond van objectieve criteria van kwalitatieve aard die uniform worden vastgesteld voor alle potentiële wederverkopers en zonder discriminatie worden toegepast, en de vastgestelde criteria niet verder gaan dan noodzakelijk is. Artikel 101 lid 1 VWEU staat niet in de weg aan een contractueel beding als in het hoofdgeding, dat de erkende wederverkopers van een stelsel van selectieve distributie voor luxeproducten dat primair tot doel heeft, het luxe-imago van die producten in stand te houden, verbiedt om naar buiten toe kenbaar van platforms van derden voor de verkoop op internet van de contractproducten gebruik te maken, wanneer dat beding – het is aan de verwijzende rechterlijke instantie om dit te verifiëren – ertoe strekt het luxe-imago van bedoelde producten in stand te houden, uniform wordt vastgesteld en zonder discriminatie wordt toegepast alsook evenredig is gelet op het nagestreefde doel. In omstandigheden als in het hoofdgeding is een aan de leden van een stelsel van selectieve distributie voor luxeproducten, die als wederverkoper op die markt actief zijn, opgelegde verbod om voor de verkopen op internet naar buiten toe kenbaar derde ondernemingen in te schakelen, geen beperking van de klantenkring in de zin van artikel 4 onder b Groepsvrijstellingsverordening (EU) nr. 330/2010 van de Commissie betreffende verticale overeenkomsten of een beperking van de passieve verkoop aan de eindgebruiker in de zin van artikel 4 onder c van genoemde verordening.
KB 32/811