Deze zaak gaat over de betekenis van de techniekuitsluiting in het modellenrecht. Het arrest geeft voor het eerst uitleg aan art. 8(1) Gemeenschaps Modellenverordening (6/2002; hierna GModVo.) en dus indirect tevens aan art. 7(1) Gemeenschaps Modellenrichtlijn (98/71)) waarin staat dat een modelrecht niet geldt voor de uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel die uitsluitend door de technische functie worden bepaald. Een dergelijk model kan worden nietig verklaard (art. 25(1)(b) GModVo.) en bij de beschermingsomvang van een model tellen dergelijke kenmerken niet mee. Dit belangrijke arrest geeft antwoord op de vragen of voor de beoordeling of er sprake is van uitsluitend door de technische functie bepaalde uiterlijke kenmerken van een model, doorslaggevend is of er alternatieve modellen zijn die dezelfde technische functie hebben, en verder, of bij de vaststelling van de technische functie uitgegaan moet worden van een objectieve waarnemer, of van iets of iemand anders. Download noot hier.