Ziet op art. 2.20 lid 2 sub a BVIE & art. 5 lid 1 MRl Het gebruik zonder toestemming van een aan een ouder merk gelijke maatschappelijke benaming of handelsnaam of van een aan een ouder merk gelijk bedrijfsembleem door een derde voor de verhandeling van dezelfde waren als waarvoor dat merk is ingeschreven, is een gebruik dat de houder van dit merk kan verbieden krachtens art. 2.20 lid 1 sub a BVIE, indien er sprake is van een gebruik voor waren dat afbreuk doet of kan doen aan de functies van het merk. Van ‘gebruik voor waren of diensten’ is geen sprake als het gebruik beperkt is tot het identificeren van een vennootschap of het aanduiden van een onderneming. Zodra echter de naam op waren wordt aangebracht of het teken op zodanige wijze wordt gebruikt dat een verband ontstaat tussen het teken en de verhandelde waren, kan worden opgetreden ex art. 2.20 lid 1 sub a BVIE. Indien dit het geval is, kan 2.23 lid 1 sub a BVIE aan een dergelijk verbod slechts in de weg staan, indien sprake is van een gebruik van de eigen maatschappelijke benaming of handelsnaam door de derde volgens de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel.
KB 342/344/346/505
Zie Arsenal/Reed, Opel/Autec