In deze zaak was een conclusie in die zin onzorgvuldig geredigeerd, dat de aanvraagster van het octrooi had nagelaten de ten tijde van het opstellen van die conclusie kenbare, voor de hand liggende uitvoeringsvariant van verweerster daarin op te nemen. De HR beslist, dat ook in z’n geval bij de uitleg van de conclusie moet worden gezocht naar het midden tussen een redelijke bescherming van de octrooihouder en een redelijke rechtszekerheid voor derden.
KB 90