Geef aan of de volgende stellingen juist of onjuist zijn (enkel antwoorden met juist of onjuist is voldoende):
(3) Vraag 10a: Het bewijsbeslag ex art. 1019b Rv geeft recht op inzage van de in beslag genomen stukken.
Onjuist.
(3) Vraag 10b: Indien eiser in kort geding bij het treffen van de hoofdvordering (de verbodsvordering) een spoedeisend belang heeft, dan heeft hij ook een spoedeisend belang bij het treffen van nevenvorderingen.
Onjuist.
(3) Vraag 10c: In een procedure waarin enkel de nietigheid van een merk wordt gevorderd is art. 1019h Rv niet van toepassing.
Juist.