Het belang van waterveiligheid in Nederland is groot. Een aanzienlijk deel van Nederland kan als gevolg van een dijkdoorbraak onder water komen te staan. In deze gebieden wonen miljoenen mensen en het grootste deel van ons Bruto Binnenlands Product wordt hier verdiend. Dit heeft in de loop van de geschiedenis geleid tot een uitgebreid systeem van waterkeringen (dijken, dammen, sluizen etc), dat mondiaal gezien een grote veiligheid biedt. Toch blijft het systeem ook kwetsbaar, door invloeden van klimaat, ruimtelijke ordening en ontwikkelingen op het gebied van economie en demografie.
Ons land wordt beschermd tegen overstromingen vanuit de Noordzee, de grote rivieren en het IJssel- en Markermeerd door de zogenaamde primaire waterkeringen. Elke 6 jaar (in de toekomst 12 jaar) vindt een wettelijke toetsing plaats van deze waterkeringen. In deze toetsing wordt nagegaan of ze aan de wettelijke normen voldoen. De rapportage van de meest recente (derde) toetsing is in 2011 opgesteld.
De waterschappen en het ministerie van Infrastructuur en Milieu (Rijkswaterstaat) voeren in het Hoogwaterbeschermingsprogramma maatregelen uit om de primaire waterkeringen aan de veiligheidsnorm te laten voldoen. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma is onderdeel van het nationale Deltaprogramma.