Dit arrest heeft betrekking op de interpretatie van art. 30 lid 3 ROW (vgl. Art. 53 leden 3 en 4 ROW) betreffende de onderzoeksvrijstelling. Een beroep daarop is alleen dan succesvol, indien er sprake is van handelingen die zuiver wetenschappelijk van aard zijn of enkel gericht op enig de strekking van de octrooiwet verwezenlijkend doel, zoals het verder ontwikkelen van de techniek. Dit omvat niet het tijdens de duur van het octrooi verrichten van hetgeen ingevolge de wet op de geneesmiddelenvoorziening is vereist om het reeds bekende, geoctrooieerde geneesmiddel onmiddellijk na afloop van het octrooi op de markt kunnen brengen.

KB 82