Normaal gebruik – art. 2.23bis BVIE Aan de voorwaarde van ‘normaal gebruik’ in de zin van art. 2.26 lid 3 BVIE kan zijn voldaan wanneer een gemeenschapsbeeldmerk enkel wordt gebruikt in combinatie met een erover geplaatst gemeenschapswoordmerk, waarbij de combinatie van beide merken bovendien zelf als gemeenschapsmerk is ingeschreven, voor zover de verschillen tussen de vorm waarin het merk wordt gebruikt en die waarin dit merk is ingeschreven, het onderscheidend vermogen van dat merk zoals dit is ingeschreven, niet wijzigen. Als het ingeschreven teken dus nog steeds geschikt is om de herkomst van de betrokken waren aan te duiden, staat een gebruik in gewijzigde vorm niet in de weg aan ‘normaal gebruik’, zodat van verval geen sprake is. Dat gebruik in gewijzigde vorm (bijvoorbeeld in kleur in plaats van in zwart wit) mag bovendien een rol spelen bij de vraag of verwarringsgevaar of ongerechtvaardigd voordeel aan de orde is. Bij de globale beoordeling van het verwarringsgevaar en van het ongerechtvaardigd voordeel is relevant dat de derde die gebruikmaakt van een teken dat beweerdelijk inbreuk maakt op het ingeschreven merk, door een aanzienlijk deel van het publiek wordt geassocieerd met de specifieke kleur of kleurencombinatie die hij gebruikt om dat teken weer te geven.
KB 359/428/760/761/762/765/772/776
Zie Puma/Sabel