Toelaatbaar (beeld)citaat (HR 26 juni 1992, NJ 1993, 205). Hierin werden tekeningen van Damave getoond bij een boekbespreking. Hoewel de tekeningen uit het boek kwamen, werden ze op zich niet besproken in de boekbespreking. Toch was dit toegestaan, omdat de afbeelding samen met de tekst ertoe strekte om aan de lezer een indruk van het betreffende boek te geven. Pas als op de afbeelding een zodanige nadruk komt te liggen dat zij in overwegende mate de functie van versiering verkrijgt, ga je de grenzen van het beeldcitaatrecht te buiten. Een willekeurige maar kleine portretfoto van de auteur van een boek zou dus toegestaan zijn bij een boekbespreking. Ook die portretfoto draagt bij aan de boekbespreking; een indruk van de persoon van de auteur kan verhelderend of informatief zijn. Dat wil niet zeggen dat elk hergebruik van een plaatje een toegestaan citaat is. Het beeld moet echt worden overgenomen omdat het nodig is bij de bespreking, kritiek of wat dan ook van dat beeld. Bij een film is een still van een relevante scene bijvoorbeeld toegestaan in de context van een filmkritiek. Bij een artikel over molens een willekeurige afbeelding van een molen tonen is geen beeldcitaat.
KB 597